INTERVIEW MET AKKERBOUWER WYNAND VOGELS
Akkerbouwer Wynand Vogels uit Schinnen staat niet lang stil bij het verleden. “Als boer ben ik in de eerste plaats een ondernemer. Ik zoek altijd naar nieuwe dingen, naar nieuwe mogelijkheden om mijn boerenbedrijf gezond te houden.”
In de jaren ‘90 van de vorige eeuw verandert dat. “Er groeide een nieuw bewustzijn. Mensen werden kritischer. Gingen meer en beter op hun voeding letten. Het milieubesef groeide. Er werd meer gesproken over kwaliteit in plaats van kwantiteit. Even later ontstond het begrip ‘duurzaamheid’.” Er hangt, kortom, verandering in de lucht.
“De Gulpener Bierbrouwerij was één van de eerste bedrijven waar het roer drastisch om ging. De brouwerij wilde alle ingrediënten voortaan van lokale boeren betrekken.” Daarvoor wordt een coöperatie van graanboeren opgericht, onder de naam Triligran. Ongeveer 40 Limburgse graanboeren telen sindsdien de brouwgerst voor de Gulpener Bierbrouwerij. Wynand is vanaf het begin bij de coöperatie betrokken.
“Het was vallen en opstaan.
Maar we zagen vrijwel
meteen de mogelijkheden
van spelt.”
Rond diezelfde tijd spreekt hij met de toenmalige molenaar van de Stadbroekermolen in Sittard. “Deze was enthousiast over de oude graansoort spelt. Dat maakte mij nieuwsgierig: misschien was spelt wel een economische mogelijkheid.” Wynand bespreekt het idee met enkele collega-boeren. In 1997 begint de speltteelt op heel kleine schaal op de Sittardse Kollenberg. “Het was vallen en opstaan. Maar we zagen vrijwel meteen de mogelijkheden van spelt.”
Spelt is een graansoort die weinig eisen stelt aan bemesting of bescherming tegen ziekten en plagen. “De drie lagen kafjes beschermen de korrel erg goed tegen vervuiling van buitenaf!” Nadeel is wel dat een hectare spelt de helft minder opbrengt dan een hectare tarwe. “Tarwe is veredeld om vooral zoveel mogelijk opbrengst per hectare te genereren. Maar dat is tegelijkertijd een beetje ten koste gegaan van de kwaliteit van de graansoort.”
Als de eerste speltoogst tot meel gemalen is, gaan de boeren in gesprek met lokale bakkers. “Voor een nieuw idee heb je vooral open-minded mensen nodig. Wij gingen heel enthousiast in dialoog met de bakkers. Om vooral te ontdekken dat nogal wat bakkers gewend en verwend waren met de kant-en-klaar meelmixen die zij van hun toeleveranciers betrokken. Ze wilden niet snel aan nieuwe producten beginnen. Dat viel erg tegen.”
En ineens is daar bakker Frank van Eerd, die wél open staat voor dit experiment en met veel succes ambachtelijk brood van het speltmeel weet te maken. “Frank groeide in korte tijd uit tot onze ambassadeur. Hij werd ‘Mister spelt’. Daar hebben wij als pionierende speltboeren maximaal van geprofiteerd.”
Vijf Limburgse boeren verenigen zich in de coöperatie ‘Kollenberger spelt’. “We wilden een oude voedselketen lokaal in ere herstellen: boer, molenaar, bakker. Maar elke keten is zo sterk als de zwakste schakel. Zo’n keten opbouwen kost heel veel tijd. Je moet vertrouwen winnen, eerlijke afspraken maken én nakomen en op elkaar kunnen bouwen.”
De keten groeit, vooral na de aanstelling van Wiro Nillesen in 2012. “Wiro werd de regisseur van de hele keten. Hij ging voor ons op pad, was onze woordvoerder en maakte duidelijke afspraken met iedereen. Hij maakte de keten sterk en transparant tot wat die nu is.” Nu produceren de vijf boeren van de coöperatie jaarlijks zo’n duizend ton speltgraan, op 170 hectare grond. De Commandeursmolen in Mechelen maalt het speltgraan op traditionele wijze. Het Kollenberger speltmeel wordt verkocht aan ruim 220 bakkers in heel Nederland.
“Het gaat heel goed”, bevestigt Wynand. Zelf boert hij, in navolging van zijn vader, op Hoeve Krekelberg in Schinnen. Naast zijn boerenbedrijf runt hij met echtgenote Johanna een natuurkampeerterrein rond de boerderij. “Bijna te goed zelfs. De laatste jaren is de vraag naar speltmeel spectaculair gestegen. “In 2014 was de vraag veel groter dan het aanbod. In dat jaar schoot de prijs van speltmeel de hoogte in. Wij hebben er toen voor gekozen om eerst onze vaste afnemers te bedienen tegen de vooraf afgesproken prijs. Dat werd enorm gewaardeerd.”
Spelt is geen tijdelijke hype, maar weldegelijk een blijver, denkt Wynand. “Speltbrood heeft een vaste plek veroverd op de broodmarkt. Mensen vinden het vooral lekker en qua energie en gezondheid doet het absoluut niet onder voor tarwebrood. Sterker nog: ik denk dat speltbrood gezonder is.”
Het boerenleven is ingrijpend veranderd, zegt Wynand: “Er komen steeds meer verschillende producten. De focus ligt meer en meer op de voedingswaarde van producten.” Dankzij de snel voortschrijdende veredelingstechnieken zijn boeren steeds beter in staat om gewassen te telen die dermate verbeterd zijn, dat ze de gezondheid van mens en dier ten goede komen. Denk aan Tritordeum, een kruising tussen durum en wilde gerst, dat met het oog op ecologische, economische en sociale duurzaamheid ontwikkeld is. “Consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd is. Dat biedt kansen voor lokaal geproduceerd voedsel. Boeren spelen daarop in.”