• Nieuws
- 16 februari 2025

20 Jaar Bisschopsmolen – Duurzaam, Oprechtheid en Limburgse Trots

Op 16 februari 2005 begon een bijzonder avontuur. Het was een koude, maar stralende dag toen oude tractoren zich verzamelden op het Vrijthof in Maastricht, klaar om hun weg te vervolgen naar de Bisschopsmolen. Na jaren van stilstand werd de oudste draaiende watermolen van Nederland opnieuw leven ingeblazen. Limburgse telers brachten hun Spelt naar de molen, als onderdeel van een project van de Kollenberger in Sittard. Wat begon als een droom, werd werkelijkheid: écht Limburgs brood en vlaaien van eigen bodem.

Wat we toen nog niet beseften, was dat we het fundament legden voor iets groters. We waren begonnen met het bouwen van een lokaal en duurzaam voedselsysteem voor Limburg – een systeem dat transparanter, eerlijker en duurzamer is. De Limburgse vlaai kreeg hierin een prominente plaats, maar bovenal het streven naar een gezonder en eerlijker voedselsysteem.

De eerste jaren waren een ware ontdekkingsreis, met veel vallen en opstaan. We moesten vaak uitleggen waarom we voor Spelt kozen in plaats van Tarwe. De woorden van Henry Ford inspireerden ons daarbij: “Als ik had gevraagd aan de consument wat ze wilden, hadden ze allemaal gezegd: ‘Een beter paard’. Daarom maakte ik een auto.” We hebben altijd gestreefd naar het maken van het lekkerste en gezondste brood, met respect voor traditionele bereidingswijzen zoals bijv. het gebruik desem.

Toen, in 2012, kwamen we in contact met de wereld van topsport. Een tweet van oud-wielrenner Laurens ten Dam, waarin hij aangaf dat wij zijn vaste bakker waren, was de start van een bijzondere samenwerking. Wie had ooit kunnen verwachten dat we zoveel zouden leren over voeding voor topsporters, zieken en consumenten in het algemeen? In die tijd was er een groot probleem in de topsport: doping. Er was een gebrek aan transparantie en eerlijkheid, en de sport moest zijn vertrouwen terugwinnen. Dit resoneerde sterk met onze visie bij de Bisschopsmolen, waar we al jaren streden voor transparantie in voedselproductie.

Wat zit er eigenlijk in ons brood? Brood bestaat uit slechts vier ingrediënten: graan, water, zout en vetstof. Het allerbelangrijkste is echter tijd. Tijd voor het rijzen van het deeg, voor de ontwikkeling van de smaak. Helaas wordt tegenwoordig vaak geprobeerd dit proces te versnellen met middelen die de kwaliteit van het brood niet verbeteren, maar juist afzwakken. Dit is iets waar we ons in blijven onderscheiden qua produceren van onze producten.

De samenwerking met o.a. de Universiteit van Maastricht bracht steeds meer inzicht over de kracht van graan, wat leidde tot de oprichting van GrainLabs. Dit bracht ons verder op de weg naar groei, hoewel we al snel merkten dat we onze grenzen bereikten. En toen kwam corona. We verloren twee dierbare mensen vlak voor en tijdens de coronaperiode. Het was een zware tijd, maar het gaf ons ook de ruimte voor reflectie. We maakten keuzes die ons brachten tot waar we nu zijn.

Er blijven echter grote uitdagingen: de juiste productielocatie, energievoorziening en het vinden van de juiste mensen. Maar we geloven dat samen winnen de sleutel is. Samenwerken, met respect voor elkaar, is essentieel. Ik weet wat ik wil, maar ook ik blijf leren, ook om de wereld van vandaag beter te begrijpen. Mijn zorg ligt bij de toenemende gemakzucht in onze samenleving. Carlo Petrini, oprichter van Slowfood in Italië, verwoordde het treffend in een artikel: “Jeugd ging de straat op voor een betere wereld, maar werd weggeveegd door tractoren. We produceren voedsel voor 12 miljard mensen, terwijl we met circa 8 miljard op deze aarde wonen.”

Het is tijd voor verandering in onze manier van denken. We hebben als samenleving andere keuzes nodig. En misschien begint die verandering wel bij iets simpels: koop een échte Limburgse vlaai, gemaakt van lokaal geteelde ingrediënten. Door meer te kiezen voor producten uit de regio, verlagen we onze CO2-uitstoot en dragen we bij aan een duurzamere toekomst voor iedereen.

Tot Snel Frank van Eerd